Het onderhoudsschema van een koelinstallatie

Bekijk het filmpje hieronder. Wil je meer informatie, lees dan zeker ook de tekst hieronder en klik door naar de informatiepagina's.
Klaar? Test je zelf aan de hand van de quiz, helemaal onderaan de pagina. 
 

 

Meer informatie

Het logboek moet steeds beschikbaar zijn in de buurt van de installatie. Dit kan zowel in elektronische vorm zijn of op papier. Hierin worden de drukproeven, onderhoudsbeurten, herstellingen en koelmiddelbijvullingen ingeschreven. Ook wordt vermeld welke technieker het werk heeft uitgevoerd. In dit logboek staat ook het adres en het doel van de installatie samen met de datum waarop de installatie in werking is gegaan, hoeveel koelmiddel er oorspronkelijk op de installatie werd gevuld en hoe de installatie moet worden stil gelegd in geval van problemen.
 
Het onderhoudsvoorschrift wordt opgesteld door de installateur of fabrikant. Hierbij houdt hij rekening met de wetgeving die is opgelegd voor dat bepaald type van installatie. Dit is afhankelijk van de soort en hoeveelheid koelmiddel, en de eventueel aanwezige permanente lekdetectie. 
 
Bij zo’n controle van een installatie horen verschillende stappen die door de wetgever zijn vastgelegd. Een lekcontrole van de installatie mag enkel gebeuren door een gecertificeerd koeltechnieker klasse 1 of klasse 4.
 
Als er koelmiddelverlies wordt gedetecteerd moet er een lekdichtheidscontrole met een lekdetector gedaan worden en moet het lek gelokaliseerd en onmiddellijk hersteld worden vooraleer er gas mag worden bijgevuld. Wanneer bepaalde koelmiddelverliezen overschreden worden moet de installatie zo snel mogelijk hersteld of (deels) stilgelegd worden. Wanneer er grote lekken worden vastgesteld, dan moet er een melding gebeuren aan de overheid. Het kan dan zijn dat de installatie hierdoor volledig vervangen zal moeten worden. Alle handelingen waarbij koelmiddel zou kunnen ontsnappen mogen enkel uitgevoerd worden door een gecertificeerd koeltechnieker.
 
Het olieniveau en de compressor worden gecontroleerd, alsook alle bevestigingen en aansluitingen van de componenten.
 
Bij elektrische installaties kan je een controle doen met een warmtebeeldcamera die duidelijk aangeeft waar er warme of hete plaatsen zijn in een installatie. De elektrische borden worden gescand en de hot spots worden goed geïnspecteerd aangezien deze de aanleiding kunnen geven tot het ontstaan van een brand. Een elektrische verbinding die slecht is aangespannen en waardoor stroom loopt kan soms zo warm worden dat de isolatie rond de draden smelt.
 
Wanneer een installateur de werkingscontrole van de installatie uitvoert, schrijft hij dit op in het logboek met daarbij zijn opmerkingen. Deze opmerkingen kunnen bijvoorbeeld zijn dat de isolatie zuigleiding in slechte staat is, dat er indicatie van vocht in het kijkglas is, en zo verder. Zo kan een goede controle bewaard worden.
 
Bij grotere installaties wordt vaak gebruikt gemaakt van een PLC of een telebeheersysteem. Een PLC kan je vergelijken met een computer die alle metingen van temperatuur en druk zal bewaken en de onderdelen van de installatie zal aansturen. Als er dan ergens een storing optreedt kan men vanop afstand via het internet de waarden aanpassen of de storingen opzoeken. Voor de meeste alarmen zijn er vaste waarschuwingen of iconen op een display of het elektrisch bord.
 
 

Test jezelf